Waar gaat artikel 5 van de AFIR-regeling over?
Hieronder vind je een volledige transcriptie van artikel 5 van de AFIR regeling. Vanaf het begin biedt Wattify de mogelijkheid van beveiligde betalingstransacties voor elke gebruiker die geen oplaadpas of oplaadapp van een specifieke eMSP provider heeft. Het geeft de mogelijkheid om op te laden zodra hij/zij een beveiligde betaal app zoals een bank app op zijn telefoon heeft.
Artikel 5
Herlaadinfrastructuur
1. Exploitanten van oplaadpunten bieden eindgebruikers op de door hen geëxploiteerde publiek toegankelijke oplaadpunten de mogelijkheid om hun elektrisch voertuig op ad-hocbasis op te laden.
Aan publiek toegankelijke oplaadpunten die vanaf 13 april 2024 worden gebruikt, is opladen op een ad-hocbasis mogelijk met een betaalinstrument dat algemeen gebruikt wordt in de Unie. Daartoe aanvaarden de exploitanten van oplaadpunten elektronische betalingen via terminals en apparaten die voor betalingsdiensten worden gebruikt, waaronder ten minste een van de volgende:
(a) | betaalkaartlezers; |
(b) | apparaten met een contactloze functionaliteit waarmee ten minste betaalkaarten kunnen worden gelezen; |
(c) | voor publiek toegankelijke oplaadpunten met een vermogen van minder dan 50 kW, apparaten die gebruikmaken van een internetverbinding en beveiligde betalingstransacties mogelijk maken, zoals apparaten die een specifieke Quick Response-code genereren. |
Vanaf 1 januari 2027 zorgen exploitanten van oplaadpunten ervoor dat alle door hen geëxploiteerde openbaar toegankelijke oplaadpunten met een afgegeven vermogen van 50 kW of meer langs het TEN-V-wegennet of op een veilige parkeerplaats, met inbegrip van oplaadpunten die vóór 13 april 2024 zijn geïnstalleerd, voldoen aan de eisen onder a) of b).
Een enkele betaalterminal of -apparaat als bedoeld in de tweede alinea mag een aantal openbaar toegankelijke oplaadpunten binnen een oplaadpool bedienen.
De in dit lid vastgestelde voorschriften zijn niet van toepassing op voor het publiek toegankelijke oplaadpunten waarvoor geen betaling voor de oplaaddienst vereist is.
2. Exploitanten van oplaadpunten zorgen ervoor dat wanneer zij automatische authenticatie aanbieden op een door hen geëxploiteerd openbaar toegankelijk oplaadpunt, eindgebruikers altijd het recht hebben om geen gebruik te maken van de automatische authenticatie en in plaats daarvan hun voertuig op ad-hocbasis op te laden, zoals bepaald in lid 1, of een andere contractgebaseerde oplaadoplossing te gebruiken die op dat oplaadpunt wordt aangeboden. Exploitanten van oplaadpunten wijzen eindgebruikers duidelijk op deze mogelijkheid en bieden deze op een handige manier aan bij elk door hen geëxploiteerd openbaar toegankelijk oplaadpunt waar zij automatische authenticatie beschikbaar stellen.
3. De door exploitanten van openbaar toegankelijke oplaadpunten gehanteerde prijzen zijn redelijk, gemakkelijk en duidelijk vergelijkbaar, transparant en niet-discriminerend. Exploitanten van openbaar toegankelijke oplaadpunten maken door middel van de aangerekende prijzen geen onderscheid tussen eindgebruikers en aanbieders van mobiliteitsdiensten of tussen verschillende aanbieders van mobiliteitsdiensten. Het prijsniveau mag wel gedifferentieerd worden, maar alleen als de differentiatie proportioneel en objectief gerechtvaardigd is.
4. Bij voor het publiek toegankelijke oplaadpunten met een afgegeven vermogen van 50 kW of meer wordt het door de exploitant aangerekende ad-hoc tarief gebaseerd op de prijs per kWh voor de geleverde elektriciteit. Bovendien kunnen de exploitanten van deze oplaadpunten een bezettingsvergoeding aanrekenen in de vorm van een prijs per minuut om lange bezetting van het oplaadpunt te ontmoedigen.
Exploitanten van openbaar toegankelijke oplaadpunten met een vermogen gelijk aan of groter dan 50 kW tonen op de oplaadpunten de ad-hocprijs per kWh en een eventuele bezettingsvergoeding uitgedrukt in prijs per minuut, zodat die informatie bekend is bij eindgebruikers voordat ze beginnen met opladen en prijsvergelijking wordt vergemakkelijkt.
Exploitanten van openbaar toegankelijke oplaadpunten met een vermogen van minder dan 50 kW stellen de informatie over de ad-hocprijs met alle prijscomponenten duidelijk en gemakkelijk beschikbaar op de door hen geëxploiteerde oplaadpunten, zodat deze informatie bekend is bij de eindgebruikers voordat zij een oplaadsessie beginnen en prijsvergelijking wordt vergemakkelijkt. De toepasselijke prijscomponenten moeten in de volgende volgorde worden gepresenteerd:
- | prijs per kWh; |
- | prijs per minuut; |
- | prijs per sessie; en |
- | elke andere prijscomponent die van toepassing is. |
De eerste en tweede alinea zijn van toepassing op alle oplaadpunten die vanaf 13 april 2024 worden geïnstalleerd.
5. De prijzen die door de aanbieders van mobiliteitsdiensten aan de eindgebruikers in rekening worden gebracht zijn redelijk, transparant en niet-discriminerend. Aanbieders van mobiliteitsdiensten stellen de eindgebruikers vóór de aanvang van een voorgenomen herlaadsessie via vrij toegankelijke, breed ondersteunde elektronische middelen alle prijsinformatie ter beschikking die specifiek is voor die herlaadsessie, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen alle prijscomponenten, met inbegrip van de toepasselijke e-roamingkosten en andere vergoedingen of heffingen die door de aanbieder van mobiliteitsdiensten worden aangerekend. De vergoedingen moeten redelijk, transparant en niet-discriminerend zijn. Aanbieders van mobiliteitsdiensten mogen geen extra kosten aanrekenen voor grensoverschrijdende e-roaming.
6. De lidstaten zorgen ervoor dat hun autoriteiten regelmatig toezicht houden op de markt voor herlaadinfrastructuur en met name controleren of de exploitanten van oplaadpunten en de aanbieders van mobiliteitsdiensten de leden 3 en 5 naleven. De lidstaten trachten er ook voor te zorgen dat hun autoriteiten regelmatig toezicht houden op mogelijk oneerlijke handelspraktijken ten nadele van de consument.
7. Uiterlijk op 14 oktober 2024 zorgen exploitanten van oplaadpunten ervoor dat alle door hen geëxploiteerde publiek toegankelijke oplaadpunten digitaal aangesloten oplaadpunten zijn.
8. Exploitanten van oplaadpunten zorgen ervoor dat alle door hen geëxploiteerde openbaar toegankelijke oplaadpunten die na 13 april 2024 zijn gebouwd of na 14 oktober 2024 zijn gerenoveerd, geschikt zijn voor slim opladen.
9. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat op parkeer- en rustplaatsen langs het TEN-V-wegennet waar infrastructuur voor alternatieve brandstoffen wordt aangelegd, de exacte locatie van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen op passende wijze wordt aangegeven.
10. Uiterlijk op 14 april 2025 zorgen de exploitanten van voor het publiek toegankelijke oplaadpunten ervoor dat alle voor het publiek toegankelijke oplaadpunten met gelijkstroom (DC) een vaste oplaadkabel hebben.
11. Wanneer de exploitant van een oplaadpunt niet de eigenaar van dat punt is, stelt de eigenaar de exploitant, overeenkomstig de tussen hen gemaakte afspraken, een oplaadpunt ter beschikking met de technische kenmerken die de exploitant in staat stellen aan de verplichtingen van de leden 2, 7, 8 en 10 te voldoen.